Projecten

Aan alle technische studenten:

Graag stimuleren wij jullie om al jullie projecten in te dienen. Per 10 projecten van 1 onderwijsinstelling geven we daarom een gratis vat voor jullie volgende event, fuif, cantus, etc...

Met onze complimenten.

Hier koppelen we dan met plezier een uiterst complexe maar onderhouwde wetenschappenlijke formule aan vast: 


Graag presenteren we jullie projecten hieronder en geven we er ruchtbaarheid aan via ons Social Media Netwerk. Op de 'Dag Van De Ingenieur', selecteren we hier een winnaar uit en je mag op een leuke prijs rekenen voor het hele team, alsook wat extra media exposure voor je project. Stuur ons wat fotomateriaal en een korte omschrijving van je project (tot 2000 karakters).

Je kan met je project terecht op volgend email adres: mail@usginnotiv.be.

__________________________________
14/03/2011

Multi-Touch tafel voor educatieve doelstellingen
Artesis Hogeschool, Antwerpen - Opleiding Professionele Bachelor Elektronica-ICT

Inleiding
De aanleiding voor dit project was de vraag vanuit lagere scholen naar een low-cost multi-touch systeem waarmee op een interactieve en speelse manier de leerlingen iets bij gebracht kan worden. Onze Doelstelling is het realiseren van de hardware voor dit project.

Multi-Touch ?
Iedereen kent wel multi-touch toestellen, denk maar aan iPhone's en iPad's, deze zijn echter niet echt geschikt voor gebruik in scholen vanwege hun geringe schermgrootte en hoge kostprijs.

Er bestaan wel grotere toestellen (vb. Microsoft Surface), maar deze zijn voor de meeste scholen buiten bereik wegens de hoge aankoopprijs. Ook gebruiken de meeste grotere multi-touch toestellen de FTIR techniek wat nogal grote toestellen tot gevolg heeft.

FTIR is op het moment de meest gebruikte techniek voor het realiseren van een low-cost multi-touch systeem. Hierbij word er een plexiplaat gebruikt waar het beeld op geprojecteerd wordt dmv een beamer, terwijl aan de zijkant van de plexiplaat IR licht wordt geschenen.
Een webcam detecteert de bewegingen op de plexi plaat doordat het IR licht gereflecteerd wordt op de vingers van de gebruikers. Hierdoor moet het systeem steeds relatief grote afmetingen hebben, zodat de camera alles kan detecteren, en de beamer voldoende afstand heeft om het systeem te projecteren. Een tweede nadeel is dat men redelijk beperkt is qua resolutie van het beeld door de beamer, en aangezien hogere resolutie beamers duurder zijn wordt dit financieel gezien niet meer aantrekkelijk.



Aanpak
Om aan alle eisen te voldoen hebben we besloten om een nieuwe techniek waarmee we een dunner systeem kunnen ontwikkelen te gebruiken.Bij de nieuwe methode word gebruik gemaakt van een bestaand lcd paneel waarvan we alle componenten verwijderen totdat enkel de lcdplaat zelf overblijft. Hier maken wij zelf een detectie en backlight systeem onder d.m.v. witte en infrarood LED's. Hierdoor kan een veel dunner systeem (2 à 3 cm), met een hogere resolutie gerealiseerd kunnen worden binnen een beperkt budget.



Studenten: Cooreman Berthold, Dufour Nathan
Promotors: Smets Marc, Doggen Jeroen

Artesis Hogeschool, Antwerpen
Opleiding Professionele Bachelor Elektronica-ICT

__________________________________
07/03/2011

Renovatie van zorggebouwen met passiefhuistechnologie
Artesis Hogeschool, Antwerpen - Opleiding Industriële Wetenschappen Bouwkunde

Inleiding

Een groot deel van de bestaande zorggebouwen in Vlaanderen is momenteel aan renovatie toe. Ze voldoen
immers niet meer aan de huidige normen inzake zorgverlening en energieverbruik. Algemeen is het energieverbruik in gebouwen verantwoordelijk voor 40% van het totale energieverbruik en de CO2-uitstoot in Vlaanderen. Daarom is duurzaam bouwen of renoveren in deze huidige tijd dan ook een absolute noodzaak geworden.

De passiefhuistechnologie gaat hierin nog een stap verder. De term passiefhuis staat voor een zeer energiezuinige constructiestandaard met een goed binnenklimaat gedurende zowel winter als zomer, zonder traditioneel verwarmings- of koelsysteem. Door een doorgedreven thermische isolatie met minimale koudebruggen en een zeer goede luchtdichtheid van de constructie zijn de warmteverliezen er zeer beperkt. Een goed binnenklimaat wordt er verzekerd door gebalanceerde ventilatie met hoge mate van warmterecuperatie.










figuur: Energiebesparing passiefhuisstandaard (bron: Passiefhuis Platform vzw)





Doelstelling van het onderzoek
Renovatie tot passiefhuisstandaard wordt vandaag de dag al vrij frequent toegepast, dit voornamelijk bij woon- en kantoorgebouwen. Zorggebouwen verschillen hiervan in meerdere aspecten. Patiënten en bewoners zijn vaak – in tegenstelling tot het grootste deel van de bevolking – extra vatbaar voor infecties. Bovendien verblijven ze meestal 24 uur per dag en 7 dagen op 7 in hetzelfde gebouw. Een gezond binnenklimaat, zowel overdag als ’s nachts, is voor hen dan ook van cruciaal belang.

Dit onderzoeksproject zal de haalbaarheid bestuderen van renovatie van zorggebouwen tot het niveau van de passiefhuisstandaard, rekening houdend met deze strenge voorwaarden op het binnenklimaat. Deze masterproef komt tot stand in samenwerking met Passiefhuis-Platform. Deze vzw stimuleert de bouw van energiezuinige gebouwen gebaseerd op het passiefhuisconcept. Ze begeleiden onder andere jaarlijks ook een selecte groep studenten die zich gedurende hun masterproef inzetten in het kader van dit onderwerp.

Aanpak van het onderzoek

Een literatuurstudie wordt uitgevoerd om een beter inzicht te verwerven in de verschillende noden en comfortcriteria voor zorggebouwen. Naast de regelgevende en financiële context wordt hierbij ook iets dieper ingegaan op het bestaande gebouwenpark in Vlaanderen, meer bepaald de bestaande gebouwdifferentiatie binnen de zorgsector op vlak van typologie en functie. Bij de literatuurstudie gaat specifiek de aandacht naar de comfortgerelateerde prestatiecriteria met als voornaamste parameters het thermisch comfort (ook zomerse oververhitting) en de binnenluchtkwaliteit. Ook zullen in dit onderdeel de passiefhuis criteria voor zorggebouwen naar voor gebracht worden om de haalbaarheid ervan in het verder verloop van het onderzoek te kunnen evalueren.

Vervolgens worden in een referentieonderzoek enkele reeds verwezenlijkte projecten binnen de zorgsector van dichterbij bekeken. Hierbij gaat het dan voornamelijk om renovatieprojecten met duurzame insteek of nieuwbouwprojecten volgens het passiefhuisconcept aangezien voorbeelden van renovatie tot passiefhuisstandaard binnen de zorgsector nog niet terug te vinden zijn in Vlaanderen. Als laatste en belangrijkste onderdeel wordt tenslotte een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Hierbij wordt onderzoek gedaan naar de aanpasbaarheid van zorggebouwen. Dit onder meer op vlak van gebouwschil (thermische isolatie, luchtdichtheid, beglazing, zonnewering,…), klimaatinstallaties en eventuele andere energiebesparende maatregelen. Hierbij wordt telkens een overzicht gegeven van verschillende technieken en systemen toepasbaar bij renovatie (kandidaten voor oplossingen) waarna de impact van de eisen, opgelijst in het vooronderzoek, wordt geëvalueerd en moet resulteren in het formuleren van mogelijke oplossingen voor bepaalde types van zorggebouwen. De haalbaarheid van het passiefhuisconcept kan hierbij beoordeeld worden.

Student: Fimmers Sofie

Promotoren: Ir. L. Allonsius
Ir. Arch. W. Hilderson, Passiefhuisplatform vzw

Artesis Hogeschool, Antwerpen
Opleiding Industriële Wetenschappen Bouwkunde
__________________________________
14/02/2011

Draadloze terreinafbakening
Katho-VHTI te Kortrijk

Ontwerpen van een systeem waarmee op een draadloze wijze een terrein kan worden afgebakend. Wanneer het object, die uiteraard binnen dit terrein moet blijven, buiten de vooropgestelde zone gaat moet een alarm worden gegenereerd. Dit gebeurd door een sms te sturen naar de verantwoordelijke. Dit systeem is gebaseerd op een gsm-gps module gekoppeld aan een microcontroller. Aan de andere kant is er een PC met gsm module en C# applicatie en webinterface.

De betrokken studenten:
Thibault Heylen
Tim Deleu
Dries Mahieu
Gjalt Vanhouwaert
Jorn Vanloofsvelt

__________________________________
14/02/2011

Arbitrary waveform generator
Katho-VHTI te Kortrijk

Wij zijn 5 studenten aan het Katho Kortrijk, die de opleiding Bachelor in de Elektronica - ICT genieten. Zoals je kan zien aan de titel maken we een GPR. Dit is een geïntegreerd project die van school uit vastgelegd werd. Updates zijn te vinden op: http://waveformgeneratorgpr.blogspot.com/

Velen zullen zich waarschijnlijk afvragen wat een arbitrary waveform generator (AWG) nu eigenlijk wel is en wat het doet. Om het zo eenvoudig mogelijk uit te leggen is dit een elektronisch test apparaat om elektrische golven te genereren. Als dit al moeilijk klinkt, probeer ik het met wat voorbeelden uit te leggen. De generator kan sinus golven produceren met een instelbare amplitude, frequentie en fase-hoek. Ook kan het blokgolven genereren met bepaalde duty-cycles, en frequenties.

Maar dit is allemaal toekomst muziek. We beginnen best bij het begin, want we zouden beter nog niet willen lopen als we nog niet kunnen stappen bij wijze van spreken.
Hiervoor gaan we uit van een blokschema. Elk blokje is een aparte module, die we zodanig configureren dat het stand-allone zou kunnen werken. Te beginnen met de Main module, dit wordt het hart van de AWG.



Verder zijn er de sinusgenerator, DAC aansturing, VGA-module, een RAM-register en nog veel meer.
Een DAC is Digital Analog Convertor, dit zet de digitale waarde om naar een analoge, deze wordt gefilterd zodat er een mooi signaal verkregen wordt.

De RAM-register zullen we gebruiken om de samples van de golven in op te slaan.
Daar we werken met Xilinx en hun Basys bord, wordt bijna alles geprogrammeerd in VHDL. Dit is een digitale taal die de aangesproken digitale componenten, chips, LED’s,… kunnen verstaan.

De betrokken studenten van het 3e jaar Bachelor Elektronica-ICT:
Wim Vanhauwere
Kenneth Dedoncker
Tom Balcaen
Mathieu Slabbinck
Tim Claeys

__________________________________
14/02/2011

Geautomatiseerde voedingstester
Katho-VHTI te Kortrijk



Het project heeft als doel om met verschillende instellingen met behulp van een laptop een verslag te maken van een voeding. Het verslag moet enkele belangrijke gegevens bevatten zoals de ingangsstroom(RMS), uitgangsstroom(RMS), effectief en schijnbaar vermogen, belastingskarakterstiek en het niet te vergeten rendement van de voeding.

Er wordt wekelijks een blog gepost waarop geïnteresseerden de vooruitgang van dit project kunnen volgen: http://geatuomatiseerde-voedingstester.blogspot.com/

Dit allemaal zouden we met 3 toestellen moeten kunnen tot stand brengen. namelijk een net meter , een belastingsmeten een de laptop.


Het betreft een bestaand project, maar dit werd wegens tijdsgebrek onvolledig afgewerkt en voldeed niet aan de wensen van de klant. Dat project had namelijk voor hun metingen gebruik gemaakt van een oscilloscoop die aangestuurd werd door een laptop. De taak die ons is opgelegd, bestaat er ondermeer uit om de scoop te integreren in de 3 toestellen.

Dit volledige project zouden we tot 4 maart met succes kunnen beëindigen. We werken in een team van 5 personen 3 met specialiteit elektronica en 2 met specialiteit ICT


De betrokken studenten:
Jonas Gernaey
Deloof Steve (EL)
Bas Marco    (EL)
Vanneste Frederik (ICT)
Lapere Arend (ICT)
__________________________________
14/02/2011

Luidsprekersimulator
Katho-VHTI te Kortrijk

Om U op de hoogte te houden van onze bezigheden en het verloop van ons project, zullen we wekelijks een blog bijhouden.

De eerste week bestond vooral uit het overleggen met de verantwoordelijke docent, het project analyseren, en desbetreffende componenten opzoeken. Aangezien het project een herwerking is van vorig jaar zullen we extra rekening moeten houden met het hergebruiken van componenten om zo de kosten te drukken. Verder hebben we dan wel het voordeel dat we een deel van het programma kunnen implementeren in ons nieuw programma. De simulator bestaat uit een heleboel spoelen, condensatoren en weerstanden die op een bepaalde wijze geschakeld zullen worden opdat men dan een gepaste serie of parallel schakeling verkrijgt die het best een luidspreker nabootst. Los van dat aspect kan men ook bepaalde kenmerken testen van versterkers door bepaalde lasten te schakelen. Alles moet voorzien worden van een GUI (graphic user interface) en er moet een uitbreiding voorzien worden voor een testopstelling met een audio analyser.

De eerste week was redelijk veel opzoekings- en researchwerk maar vanaf volgende week kunnen we beginnen met schema’s en de bijhorende pcb’s te ontwerpen.

Het wordt alvast een zeer boeiende GPR-periode.


Als onderdeel van het laatstejaars professionele bachelor Elektronica-Ict in de katho te Kortrijk wordt er in het 2de semester een GPR periode ingelast. Onze groep koos voor het maken van een luidsprekersimulator.

Deze groep bestaat uit 6 studenten :
Bart Vande Keere
Jasper Decaestecker
Jens Malfait
Jens Rosseel
Jeroen Vervenne
Michael Adyns
 
__________________________________
20/01/2011

Reactor design: continue algenkweek op enzymatisch gedegradeerde aardappelpulp
Katholieke Hogeschool Limburg (KHLim)

Hans Van de Velde, Domien Van Dyck, Jean-François Denis

Het doel van dit labo is het opstarten van een reactor voor de groei van de algen Chlorella. Deze reactor willen we laten werken op aardappelpulp (zetmeel) dat via een mengsel van enzymen wordt omgezet in glucose of maltose. Het glucose en het maltose wordt aan de algen gegeven zodat deze sneller kunnen groeien dan onder normale foto-autotrofe omstandigheden. Het doel is om uiteindelijk 1 groot continu proces op te starten om algen te oogsten die worden gevoederd door gesteriliseerde/gekookte en enzymatisch afgebroken aardappelschillen.


Om de enzymatische afbraakproducten aseptisch naar de algenkweekreactor te pompen wordt geopteerd voor een microfiltratie. Het filtreermembraan mag alleen kleine moleculen doorlaten zoals maltose en glucose en natuurlijk ionen. De simulatietesten in het lab maken gebruik van membranen met een cut off van 500 Dalton.

Het door ons uitgevoerde praktisch werk past perfect in de visie van het bedrijf Proviron. Zij bedachten een innovatieve techniek voor algengroei. Hun technologie is gepatenteerd als ProviAPT® en kan mogelijk gebruikt worden voor ons proces. In onze literatuurstudie werd er gezocht naar mogelijkheden om de technologie aan te passen voor de enzymatische afbraak van zetmeel of de toevoer van het hydrolysaat na micro- of nanofiltratie.



Figuur: ProviApt® foto-bioreactor voor algenkweek (met toestemming voor gebruik van fotomateriaal vanwege Proviron, G. Gilliotstraat 60, 2620 Hemiksem, Belgium)


Andere mogelijke ontwerpen zijn gebaseerd op tangentiële filtratie als membraanreactoren en het al dan niet immobiliseren van de enzymen. Proefopstellingen van het ‘Potato research center’ in Polen zijn verder uitgewerkt in die richting.

Verder werd er in het onderzoek getest of het mogelijk was een continue glucosestroom te zorgen voorzien voor de opkweek van algen.

Figuur: Glucose concentratie bekomen via zetmeelhydrolyse door een amylase mengsel in functie van de tijd.

Uit verkregen resultaten na analyse met HPLC (figuur 1) merken we dat na een bepaalde tijd (vanaf concentratie 100 mg/L) er een constante productie van glucose kan bekomen worden. In de gegeven proefomstandigheden stijgt de glucoseopbrengst met ongeveer een 7 mg/(L.h)  en dit gedurende meerdere uren. Het moet dan mogelijk zijn om de bovenstaande vloeistof af te pompen  (aardappelschillen zakken uit) en deze na filtratie te voederen aan de algen in een continue cultuur aan een debiet van x L/h. Uitgaande van een 1 L reactor voor zetmeelafbraak kunnen we (zie figuur 1) onder de gegeven omstandigheden vanaf een concentratie van 100mg/L , 7mg glucose per uur wegnemen. Een snelle berekening geeft aan dat we dan met een debiet van 70 ml/h mogen aftappen:









Afhankelijk van de generatietijd (en dus de gemiddelde verblijftijd τ  in de reactor) van de algen op de bekomen voedingsbodem en dit debiet kan voor een continue cultuur berekend worden welk volume V gevoed kan worden: zie voorbeeld voor een generatietijd van 16 u.














Stel dat de algen 90% van de aangeboden glucose verbruiken dan houden we in de uitgaande stroom nog 0,001 mg/L over die mogelijk hergebruikt kan worden in recycle. In de reactor moet 0,001 mg/L aan glucose de algen in staat stellen te groeien met een generatietijd van 16 u (zie Monod vergelijking in project 1). De algen kunnen dan geoogst worden aan een debiet van 0,007 L/h met een zo hoog mogelijk kiemgetal (Nmax) in een stabiele continue cultuur.


Deze laatste berekeningen zijn een theoretische benadering en zullen in de praktijk nog uitgetest worden op haalbaarheid en toepasbaarheid.


Begeleidende docenten: ir. M. Meyers en ing. L. Pauls
KHLim dep. FI2 – IW

Universitaire campus, Agoralaan gebouw B bus 3
3590 Diepenbeek
089/613261
Myriam.meyers@khlim.be

__________________________________
20/01/2011

Kweken van Chlorella algen op afval
Katholieke Hogeschool Limburg (KHLim)

Frank Aerts, Ruth Kupers, Kathleen Van Loy

Inleiding
De master industriële wetenschappen in de biochemie organiseert dit onderzoeksproject in samenwerking met Epsilon Biotech, een biotechnologische minionderneming in Zonhoven. Het is de uiteindelijke bedoeling algen (Chlorella) te kweken voor commerciële doeleinden, mogelijk na eventuele genetische manipulatie.

Met toestemming voor gebruik van fotomateriaal vanwege Proviron, G. Gilliotstraat 60, 2620 Hemiksem, Belgium



Commerciële toepassingen kunnen zijn:

• biomassa productie voor veevoeding
• (al dan niet met) valorisatie van afvalstoffen
• isolatie van nuttige biomoleculen

In dit project focussen we op de productie van biomassa door verwerking van een specifieke afvalstroom. Hierbij is het kweken van de algen, en de omstandigheden waarbij dit optimaal gebeurt, het uitgangspunt. Voor algen zijn belichting en nutriënten noodzakelijk voor een optimale groei. De gebruikte Chlorella stam heeft de mogelijkheid om zowel CO2 als organische koolstof te gebruiken als koolstofbron. Deze alg is dus zowel auto- als organotroof. Belichting is nodig voor het strikt fototroof katabolisme.

Aanpak van het onderzoek

Aardappelschillen zijn een afvalproduct dat in deze context nuttig besteed kan worden. Het aardappelzetmeel kan immers gebruikt worden als organische koolstofbron voor de algen die het verrijken met eiwit en mogelijk ook met vitaminen. Bij de start van het onderzoek zijn we uitgegaan van groei rechtstreeks op zetmeel, nadien bleek de stam sneller te groeien op maltose en glucose. Via groeicurven van de algen op zowel glucose-, maltose- als zetmeelvoedingsbodems wordt de groeiversnelling ten opzichte van een blanco (enkel groei met CO2) in kaart gebracht. De groei op verschillende concentraties aan glucose werd opgevolgd in functie van de tijd. Via het opstellen van een Monod-curve wordt hieruit de maximaal te bereiken groeisnelheid bekomen. Een Monodcurve zet de groeisnelheid uit in functie van de concentratie aan limiterend nutriënt, in ons geval dus glucose.

Conclusies voor opstart van een continu industrieel systeem

Bij het kweken van een grote hoeveelheid biomassa is het aangewezen om een continu systeem bij maximale groeisnelheid in te stellen. De kortste generatietijd van de algen, bekomen tijdens het onderzoek, was ongeveer 9 uur. In deze tijd delen de algen één maal en wordt het kiemgetal verdubbeld. Wel moeten nutriënten en de stikstofbron eveneens nog geoptimaliseerd worden. In een aansluitend onderzoek kan dan berekend worden wat de inlaatconcentratie van glucose moet zijn om een maximale groeisnelheid en minimale verblijftijd van de algen in continue cultuur te bekomen. Aangezien men werkt in een continu systeem is de productie van biomassa verzekerd, indien de seizoenswissel geen roet in het eten gooit!









Begeleidende docenten: ir. M. Meyers en ing. L. Pauls

KHLim dep. FI2-IW

Universitaire campus, Agoralaan gebouw B bus 3
3590 Diepenbeek
011/230790
Myriam.meyers@khlim.be



__________________________________
20/01/2011

Just in time: glucose delivery
Katholieke Hogeschool Limburg (KHLim)

Dorien Staes, Stijn Goris, Jonas Mariën, Tara Daerden, Roeland Bernaers (Master Industriële Wetenschappen Biochemie)

Het project in de master industriële wetenschappen biochemie onderzoekt het opkweken van algen en loopt in samenwerking met Epsilon Biotech, een innovatief bedrijf van dhr. E. Bosmans. Het is uiteindelijk de bedoeling om algen (Chlorella) te kweken en te manipuleren voor commerciële doeleinden.
De beschikbare algenstam is strikt fototroof, doch facultatief auto/organotroof. Hierdoor kunnen afvalstromen zoals aardappelschillen (zetmeel) aanvullend gebruikt worden als organische koolstofbron. Het zetmeel uit de aardappelschillen moet echter nog afgebroken worden tot glucose of maltose, vermits deze monomeren geprefereerd worden door de algen (zie project 1).

Het doel van voorliggend project bestaat erin om de algen van een constante voeding te voorzien door enzymatische afbraak van aardappelzetmeel tot glucose/maltose.





figuur: Opkweken van Chlorella algen op labschaal

De snelheid van de afbraak van zetmeel komt liefst zo goed mogelijk overeen met de snelheid van opname van glucose/maltose door de algen zodat de concentratie ervan laag gehouden kan worden via ‘just in time delivery’. Overwoekering (indien aseptisch werken niet haalbaar blijkt op industriële schaal) van de algen door andere micro-organismen wordt zo mogelijk vermeden of geminimaliseerd.

Voor de zetmeelafbraak maken we gebruik van combinaties van enzymen of van commercieel beschikbare enzymmengsels. Wij meten de zetmeelhydrolyse door spectrofotometrische bepaling van de vrijgezette reducerende suikers na een kleurreactie (zie figuur 2). De vrijzetting van maltose of glucose wordt via HPLC of via enzymatische testen gevolgd.

 Het onderzoek gaat uit van een mengsel van enzymen dat met een welbepaalde snelheid reducerende suikers oplevert uitgaande van aardappelzetmeel. Om de afbraak te optimaliseren, kan de samenstelling van het enzymmengsel of de temperatuur aangepast worden.



figuur: kleurreactie ter bepaling van reducerende suikers na enzymatische zetmeelhydrolyse



Verschillende verhoudingen van mengsels Amigase ® MEGA’, DSM, NL (amyloglucosidase) en α-amylase (Sigma, Chem. Co, USA) zijn getest. Conclusie is dat er een optimale verhouding kan gekozen kan worden.

Om te kunnen optimaliseren via temperatuursverhoging is ook de stabiliteit van de individuele enzymen in het mengsel belangrijk: indien immers een welbepaald enzym sneller denatureert dan een ander moet dit extra toegevoegd kunnen worden. Om de stabiliteit van de individuele enzymen te kunnen bepalen, is het nodig dat ze in het mengsel apart gedetecteerd en gekwantificeerd kunnen worden. In ons onderzoek werd een onderscheid gemaakt op basis van de gebruikte substraten (amylose, amylopectine, glycogeen, maltose of Zulkowsky zetmeel) en/of de gevormde eindproducten (dextrines, maltose of glucose). Op basis van de stabiliteitstesten kan uiteindelijk een temperatuursprogramma uitgewerkt worden om in batch zo snel mogelijk glucose te krijgen met zo weinig mogelijk enzym. In continue productie is het nodig de temperatuur aan te passen aan het minst stabiele enzym uit het mengsel ofwel moet dit enzym herhaaldelijk toegevoegd worden.



Begeleidende docenten: ir. M. Meyers en ing. L. Pauls
KHLim dep. FI2-IW

Universitaire campus, Agoralaan gebouw B bus 3
3590 Diepenbeek
011/230790
Myriam.meyers@khlim.be


__________________________________
17/01/2011

Remote monitoring via WiFi
Departement IWT van de Erasmushogeschool Brussel


Dit project kadert binnen de plannen van de Erasmus hogeschool Brussel om een kleine windturbine te plaatsen op de campus van het departement Industriele Wetenschappen & Technologie. Deze turbine zou worden gebruikt voor onderzoeksdoeleinden en hiervoor is het noodzakelijk om een aantal meetgegevens door te kunnen sturen naar de onderzoekers.


Dit project legt hiervoor de basis in de vorm van een draadloze WiFi verbinding tussen een microcontroller en een PC.



development board met ZeroG WiFi module
Als microcontroller werd er gekozen voor de PIC18F97J60 die geprogrammeerd werd m.b.v. MPLAB IDE v8.5 en de C18 C-compiler. Voor de draadloze verbinding wordt er gebruik gemaakt van een ZeroG WiFi module (zie Figuur 1). Deze module wordt ondersteund door de TCP/IP stack van Microchip welke gebruikt wordt als basis voor de C code.

Het verzenden van de data gebeurt d.m.v. strings met een vaste opmaak zodat de gegevens aan de zijde van de ontvanger kunnen worden gedecodeerd en geinterpreteerd.

Om deze gegevens op de computer van de geïnteresseerden te ontvangen, maakt men gebruik van de zogenaamde TCP/IP sockets. Deze sockets zijn bij de meeste ontwikkelomgevingen reeds beschikbaar maar vereisen wel het toepassen van multithreading om het “bevriezen” van de GUI te vermijden. Hierbij zal één thread de GUI beheren waardoor de gebruiker een snelle responstijd heeft en zal een andere thread op de inkomende data wachten en deze verwerken.

De gegevens die deze socket aan het programma levert, zijn nog niet gebruiksklaar. Ze moeten eerst verwerkt worden alvorens er berekeningen op kunnen worden uitgevoerd. Hiervoor worden ze eerst omgezet van byte-informatie naar leesbare ascii-karakters. Vervolgens worden ze via een buffersysteem, dankzij de voorgedefinieerde opmaak, tot één coherent datapakket omgevormd.

Na het ontvangen en gebruiksklaar maken van deze gegevens, worden deze opgeslagen en beschikbaar gesteld aan de geïnteresseerde. De persoon in kwestie kan de opgeslagen data weergeven, en deze naar excel exporteren voor verdere verwerking.

De vooropgestelde doelen voor dit project zijn zonder twijfel gehaald. Er is echter wel nog toekomstig werk noodzakelijk zowel aan de kant van de computer als aan de kant van de microcontroller. Dit project vormt om die reden dan ook een beginsel waarop kan worden verdergewerkt voor het maken van remote monitoring toepassingen.

Contactgegevens:

Gori Nieubourg (gori.nieubourg@student.ehb.be)
Laurent Segers (laurent.segers@student.ehb.be)
__________________________________
13/01/2011

De Nomad Light Molecule

Departement IWT van de Erasmushogeschool Brussel



Engineering heeft zijn wortels in elke hoek van wereld, dat ondervond ontwerper Maarten De Ceulaer bij het ontwerp van zijn “Nomad Light Molecule”. Want zoals bij elke lamp komt er naast het designaspect ook een groot deel elektronica bij kijken. Maarten kwam hierom op het idee om het elektronica aspect van zijn project samen met de Erasmushogeschool Brussel aan te pakken.

Het principe
Wanneer men denkt aan verlichting, denkt men vrijwel direct aan het klassieke ontwerp met de bijhorende elektriciteit kabels en verbindingen stukken of gigantische batterij structuren. Maar in een tijd van technologische vernieuwingen is dit niet meer aan de orde. Meer specifiek kan gekoppelde inductie gebruikt worden om een autonoom onderdeel van de lamp te voeden. Gekoppelde inductie wordt dan ook gebruikt op vele andere manieren. Voorbeelden hiervan zijn het de oplaadmatjes waar je alle types telefoons kan opleggen en zo draadloos opladen.


Praktische uitvoering

Het zou de bedoeling zijn om elke bol van de lamp tegelijkertijd op te laden, dit zou in zijn werk gaan door het plaatsen van een LC-kring in elk van de bollen. Deze zijn afgesteld om te reageren op een bepaalde frequentie en zo zich te koppelen aan een bron LC-kring die de energie levert. Deze koppeling zorgt ervoor dat de veiligheid veel hoger ligt als bij normale inductie, want ongelukken gebeuren wanneer bij inductie energie lekt naar nabijgelegen objecten (personen!) en deze daardoor nadelige effecten ondervinden. Door de koppeling keert de niet opgenomen energie terug naar de spoel die deze levert. Dit is een gevolg van de resonantie die plaats vinden in de LC-kringen. Deze zijn afgesteld op dezelfde frequentie waardoor ze enkel voor deze heel gevoelig zijn. Men kan dit vergelijken met het breken van een glas door een operazanger. Wanneer deze een toon aanheft die overeenkomt met de frequentie van het glas, ontvangt het glas een grote hoeveelheid energie van de geluidsgolven en als resultaat begint dit glas hevig te trillen en barst.


Contactgegevens

Contact student: Joni Vanderheijden
Email: joni.vanderheijden@student.ehb.be

__________________________________
04/01/2011

Hightech 3D-printers voor ingenieurs
KdG Hogeschool Antwerpen

Bij een 3D-printer wordt de 3D-vorm opgebouwd door het laagje bij laagje neerleggen van materiaal dat in de printkop op de juiste smelttemperatuur gebracht wordt. Meestal beweegt de printkop in de X en Y richting en het bouwplatform volgens de Z-as.

Vorig academiejaar bouwde Diego Truyen, student Industrieel Ingenieur Elektromechanica, als eindwerk een 3D-printer (type: Mendel). Hij werd daarin begeleid door docent Walter Janssens, die daarenboven onlangs de onderdelen voor een tweede 3D-printer won in de wedstrijd 'Makerbot Teacher Giveaway'.

Zo kunnen we dus binnenkort ook de laatste nieuwe versie van 3D-printers gebruiken: spitstechnologie om complexe vormen, op kleine oplage, relatief snel zelf uit te kunnen printen, in reële 3D-vorm.

 
3D-printer, van het type ‘Mendel’: op het blauwe werkvlak zie je het geprinte,
eenvoudige witte teststukje, wat je ook in het programma op het computerscherm ziet.

De nieuwste versie

In de zomer van 2010 schreef de Amerikaanse firma Makerbot een wereldwijde wedstrijd voor het onderwijs uit. Iedereen die dacht de 3D-printer zinvol in de lessen te kunnen gebruiken, mocht deelnemen.

Walter Janssens, docent CAD-CAM-CAE, stuurde een motivatiebrief en kreeg begin oktober bericht dat hij één van de 10 winnaars was van de nieuwste Makerbot MK5, als enige Europese onderwijsinstelling.

Zelfbouwkit

De 3D-printers staan gekend onder de benaming: RepRap (self Replicating Rapid prototyper): een opensource-project waarbij de 3D-printer in staat moet zijn om zoveel mogelijk eigen onderdelen te kunnen bouwen.

De onderdelen voor de nieuwe MK5-printer werden in de loop van december afgeleverd als zefbouwpakket . Het correct monteren zal al snel 2 volledige dagen in beslag nemen. De bijhorende software installeren en een hele reeks instellingen correct afregelen (extruder temperatuur, voedingssnelheid, …) zal ook nog enige dagen ergen, maar daarna zullen wij, en onze master-studenten Industrieel Ingenieur Elektromechanica, gebruik kunnen maken van de 3D-printer.

Doelstelling en uit te werken items:

• Momenteel is een Erasmus student uit Litouwen gestart met het “onder de knie krijgen” van de 3D-printer-techniek en trachten een aantal proefstukjes te printen.

• Didactische voorbeelden moeten effectief aangemaakt. Dit zal zeker welkom zijn als ondersteuning bij de lessen “ontwerpen van gietstukken”. Vele studenten hebben immers moeilijkheden bij het visualiseren van de gietmatrijzen die dat gietstuk kunnen vervaardigen

• Studenten moeten dan hun 3D-ontwerp effectief omzetten naar een STL-formaat, dit bestand binnenhalen in de software van de 3D-printer die het converteert naar afdrukbare G-codes, zodat uiteindelijk de printer met goede instellingen het stuk kan produceren in PLA of ABS materiaal.

• Complexe onderdelen waarvan slechts enkele exemplaren nodig zijn (bijvoorbeeld voor een eindwerk) kunnen 'in huis' aangemaakt worden.

• Met de huidige 3D-printer(s) kunnen we zelf een nieuwe, verfijnde printer aanmaken: het basisprincipe van bovenvermeld RepRap.

• Studenten kunnen experimenteren met verschillende materialen en de mogelijke verbanden tussen de instellingen van de 3D-printer ontdekken: temperatuur, snelheid, laagdikte, vullingsgraad, … Op die manier hopen we een koppeling te maken met het vak materiaalbeproeving, en misschien tot onderzoeksprojecten te komen.

• Doel is uiteraard om zoveel mogelijk ervaring in deze materie uit te bouwen, en daarin verder te innoveren. Via eindwerken, maar ook tijdens labozitting(en) willen we de studenten daarmee laten kennis maken, en eventueel, volgens de vraag, kunnen we misschien ook ‘dienstverlening’ doen, …

Dus : “dromen omzetten in tastbare 3D-vormen”.

contact:

Walter Janssens,
docent CAD-CAM-CAE
departement IWT van KdG
walter.janssens@kdg.be







__________________________________
07/12/2010

Umicore Solar Team
Groep T Leuven.

Het Umicore Solar Team bestaat uit 15 ingenieursstudenten van de Internationale Hogeschool Groep T uit Leuven. Het team is reeds aan zijn 4de lichting toe en is van start gegaan met de bouw van de 4de Belgische zonnewagen. Een korte terugblik op het verleden Al sinds 2003 bouwt het Umicore Solar Team prachtige zonnewagens. Na een knappe 11de plaats van het allereerste Umicore Solar Team schitterde het tweede team in Australië. Na een geweldige race kroonde het team zich tot vice-wereldkampioen in het zonnewagenracen! Het derde team had als doel het net iets beter te doen dan hun voorgangers. Na een vliegende start in de eerste fase van de race lag de koppositie voor het grijpen. Maar toen sloeg het noodlot toe, omwille van een wervelwind geraakte de wagen van de baan zodat de race gestaakt moest worden.


Het project

Dit project is niet zomaar een studentenproject! Op een jaar tijd een gloednieuwe wagen ontwerpen, bouwen, testen en er bovendien een wereldkampioenschap (een tocht 3000km door de outback van Australië) mee rijden aan de andere kant van de wereld is niet niets. Gelukkig werken er momenteel 15 ambitieuze, ondernemende studenten dag en nacht aan deze wagen. De wagen wordt gebouwd in samenwerking met meer dan honderd partners uit binnen- en buitenland. Dankzij hun hulp kan het team een zonnewagen bouwen die bestaat uit de laatste nieuwe toptechnologieën en die bovendien zal meedingen naar de titel ‘Wereldkampioen in het zonnewagenracen’. Het departement Mechanica zal zorgen voor een optimale aërodynamische vorm, een lichte ophanging, een super efficiënte motor en een optimale draagstructuur van de wagen. De mensen van Energie zullen zorgen voor een hoogefficiënt zonnepaneel, de best mogelijke batterijen, de perfecte racestrategie en de hele elektrische bekabeling. Ten slotte is er een departement Marketing. Deze mensen zullen de nodige inspanningen doen om partners te overtuigen om in dit project te stappen. Hiernaast organiseren zijn verschillende evenementen, onderhouden ze decontacten met media,… De Team Manager zal dit hele project in goede banen leiden.

Veel meer dan enkel een zonnewagen bouwen voor het wereldkampioenschap

Deze mensen bouwen niet enkel een zonnewagen maar hun grote doel is met het project groene energie nog eens extra in de kijker te zetten. Met deze zonnewagen tonen ze aan dat er wel degelijk alternatieven zijn voor de vervuilende brandstoffen. Verder willen we een breed publiek interesseren in techniek, wetenschap en innovatie. De overtuiging bestaat dat een essentieel onderdeel hiervan is jongeren te motiveren een opleiding te gaan volgen die toegespitst is op voorgaande onderwerpen. Daarenboven willen we jongeren inspireren om te ondernemen en te innoveren in de kenniseconomie van morgen. Met een heel aantal evenementen trachten het team dit te realiseren:

Solar Olympics: Elk jaar organiseert het team een wedstrijd voor studenten uit het secundair onderwijs. Dertig teams worden geselecteerd om een gadget te bouwen op zonne-energie.

Solar Tour: Tijdens de zomer trekt het Umicore Solar Team door het ganse land. Het team is dan gedurende een tweetal weken terug te vinden op de Belgische wegen en in de grote steden met hun zonnewagens. Deze worden dan getoond aan de man in de straat.

European Solar Challenge: Met een aantal andere Europese teams zal in 2012 een tweede editie van deze wedstrijd georganiseerd worden. Hiermee probeert het team het concept zonnewagenracen op eigen bodem nog meer op de kaart te zetten.




Voor meer info: http://www.solarteam.be/

__________________________________
23/11/2010

CQS Group T Racing Team
Groep T Leuven.

‘Difficult we can do, impossible will take a little longer’
Het CQS Group T Racing Team is een groep van masterstudenten aan de Internationale Hogeschool Groep T te Leuven. Het team, dat momenteel aan zijn tweede generatie teamleden toe is, werkte vorig jaar aan de ontwikkeling van een elektrische en hybride racewagen. Concreet had het team de doelstelling om twee drivetrains te ontwikkelen (één puur elektrische en één hybride aandrijflijn op bio-ethanol) en deze te integreren in een racewagen. Deze ontwikkelde racewagens, gebaseerd op de legendarische 2CV, namen deel aan een 24-uren wedstrijd op het circuit van Spa-Francorchamps om het potentieel van de opgebouwde technologie aan te tonen.
De 26ste editie van de 24-uren voor 2CV was alvast een enorm succes voor het team. De hybride racewagen “Pegasus” reed de volledige race uit en eindigde 3e in zijn categorie. De elektrische variant “Odyssee” liet het publiek tevens genieten van het potentieel omtrent elektrisch rijden en elektrische racewagens.

Naast de aandrijflijn bevatten beide voertuigen tal van technologische snufjes die ingenieus
in elkaar zitten. Zo beschikken beide racewagens bijvoorbeeld ook over een aerodynamische
racebody voorzien van een 100% recycleerbaar biocomposiet en bevat de elektrische racewagen een vernuftige SR-motor.

De algemene doelstelling van het team is om mensen te sensibiliseren voor een groenere toekomst. Tevens wil het team zijn steentje bijdragen in de ontwikkeling van elektrische en hybride voertuigen en technologische innovaties omtrent dit topic. De racerij leent zich hierbij als ideale testomgeving, zeker als het gaat om een 24-uren race. Hierbij worden alle onderdelen van de racewagens getest op endurance, erg interessant dus voor de experimentele technologie die aan boord van beide racewagens zit. Ten slotte willen de teamleden door deelname aan dit project een eerste praktijkervaring opdoen alvorens af te studeren.
Nu het team aan zijn tweede generatie teamleden toe is zal dit jaar de focus liggen op optimalisatie van de bestaande racewagens. Hierbij zal er niet enkel op energetisch vlak heel wat vernieuwing zijn, ook op mechanisch vlak ziet het team potentieel tot optimalisatie en verbetering om volgende 24-uren race nog betere prestaties neer te zetten. Kortom, het team zal volgend jaar opnieuw deelnemen aan de 24-uren race en ook de elektrische variant klaarmaken voor officiële deelname conform wedstrijdreglementering. Ook zullen er tal van nieuwe technologische snufjes geïnstalleerd worden in dé racewagens van de toekomst.


Contactpersoon: Koen Huybrechts: huybrechts.k@gmail.com

_________________________
17/11/2010

KdG Racing - Niet zomaar een raceteam!
KDG hogeschool Antwerpen.

Een groep van bijna vijfentwintig door auto’s gepassioneerde ingenieursstudenten steken de koppen bij elkaar met slechts één gemeenschappelijk doel voor ogen: “In de zomer van 2011 participeren aan hét bekendste en meest gerespecteerde ingenieursconcours wereldwijd voor de automotive sector, Formula Student”.

In 1981 werd in de Verenigde Staten het FSAE-concept (Formula Student Automotive Engineering) opgericht door de SAE (Society of Automotive Engineers). Later is dit overgewaaid naar Europa en werd FS (Formula Student) gedoopt. De participerende studententeams komende uit technische universiteiten en hogescholen wereldwijd, nemen het tegen elkaar op in zowel “statische” als dynamische proeven. Binnen Europa vinden er onder andere evenementen plaats in Engeland, Duitsland en Italië.

Wheel-to-Wheel racing is niet toegestaan wat zeer sterk aantoont dat Formula Student eerder een ingenieurconcours is waar ontwikkeling en innovatie centraal staan dan een pure race. Naast het technische aspect komen de studenten dankzij dit project tijdens hun opleiding al in contact met onder andere management, marketing, teamwork, etc. waar dit normaal meestal pas later het geval is.

De opdracht
“Ontwerp, test, bouw en prepareer een open formula-wagen voor de recreatieve autocrosser of sprintracer. Een autoproducent moet de auto kunnen bouwen in een serie van 1000 stuks per jaar. En die mogen dan maximaal 25.000 € per stuk kosten.”

Zo luidt de opdracht die de studenten bij het van scratch opbouwen van hun race-wagen tot een goed einde moeten brengen. Er dient een goede mix te worden gemaakt waarvan zowel veiligheid, innovatie als prestaties de hoofdingrediënten uitmaken.

Tijdens de evenementen wordt het teamresultaat aan zowel statische als dynamische proeven onderworpen. Bij de statische proeven moet het team zijn ontwerp, business- en financieel plan voor een professionele jury verdedigen. In deze jury zetelen mensen uit de automotive industrie, maar ook uit de professionele motorsport. Een voorbeeld hiervan is dhr. Ross Brawn, CEO Mercedes GP, Formule 1.

De dynamische proeven bestaan eveneens uit verschillende onderdelen. Eerst is er het Accelerati- event waar de wagen zo snel mogelijk een bepaalde afstand in een rechte lijn moet afleggen. Daarna volgt hetSkid-pad event waar de bestuurder terug zo snel mogelijk een achtvormig parcours moet afleggen om op die manier de stuur- en handelbaarheid van de wagen op de proef te stellen. Als derde is er het autocross event dat kan vergeleken worden met een kwalificatiesessie zoals we deze kennen van in de Formule 1. De bestuurder moet op een bepaald parcours een zo snel mogelijke tijd neerzetten. Als laatste is er nog het Endurance en Fuel Economy event waar de bestuurder een twintigtal ronden moet rijden. Hierbij wordt gekeken of de wagen betrouwbaar is en of de wagen ecologisch verantwoord is afgesteld.

Verschillende disciplines

Om een project van dit formaat tot een goed einde te brengen moet er zeer nauw worden samengewerkt door de verschillende teamleden. Technisch spreken we van het ontwerpen van chassis, ophanging, remmen, stuurinrichting, banden, aandrijflijn (motor, versnellingsbak, differentieel, assen), aerodynamica (body) en elektronica (motor- en versnellingsbaksturing, driver-display,…). Administratief komt er natuurlijk ook heel wat bij kijken. Denk maar aan het zoeken van sponsors (we beogen een budget van 50.000 €), het plannen van de evenementen waaraan wordt deelgenomen, het project in de spotlight brengen (krant, radio, televisie,…), als team binnen de structuur van de hogeschool blijven passen, maandelijkse nieuwsbrief schrijven, etc. Daarom is het team intra- en interdepartementaal opgebouwd.

Binnen het departement IWT (Industriële Wetenschappen en Technologie) participeren studenten van de opleidingen Master Elektro-Mechanica optie Automotive Engineering, Master Elektronica-ICT optie Automotive Engineering en Professionele Bachelor Autotechnologie. Het spreekt voor zich dat deze teamleden vooral het technische aspect van het verhaal voor zich nemen. Verder worden studenten van de opleiding Marketing ingezet om de officiële roll-out (voorstelling aan het grote publiek) van de wagen op het einde van het academiejaar op poten te zetten.

Nearly impossible but not completely!

Contactpersonen:


- Team Captain: Thomas Van Dyck
o thomas.vandyck@kdgracing.be
o +32478405036

- Faculty Advisor: Pieter Ramaekers
o Pieter.ramaekers@kdg.be
o +32478549509



projectdetails: http://www.kdgracing.be/formula-student/slipstream
 
 
 
__________________________________
17/11/2010

Bouw van een pilootinstallatie voor het brouwen van bier.
KDG hogeschool Antwerpen.

We zijn vijf derdejaarsstudenten van de opleiding tot academische master in industriële wetenschappen biochemie en elektromechanica. Er wordt van ons verwacht een eindproject te verwezenlijken waarbij we onze huidige kennis gebruiken. Het project heeft verder tot doel om technische en praktische vaardigheden te verwerven. Onze multidisciplinaire onderzoeksgroep bestaat uit drie studenten biochemie en twee studenten elektromechanica en we worden gecoacht door enkele docenten. Het doel van het project is het realiseren van een pilootinstallatie om bier te brouwen.

Ons project is gebaseerd op een analoog project aan de Universiteit van California, waarbij de studenten de bouw van een grotere installatie van een minibrouwerij realiseerden. Het opzet van ons project is het bouwen van een constructie (from cradle to grave) van een volledig uitgebouwd laboratoriumsysteem om op grotere schaal te kunnen brouwen. Het gaat hier over 50 liter bier per batch. Vertrekkende van mout moet het systeem de mogelijkheid bieden om te komen tot een drinkbaar eindproduct. We maken er alvast iets lekkers van.

Een kort overzicht van wat we tot nu toe gedaan hebben:
Als eerste kennismaking met het proces van bier brouwen hebben we informatiesessies gevolgd en daarbij aansluitend hebben we een kijkje genomen in het labo bier brouwen van het masterjaar Industrieel Ingenieur Biochemie.

Om een beeld te krijgen van de installatie die we moeten bouwen, zijn we langs geweest bij KAHO-St. Lieven te Gent en Markiezaat College MBO te Bergen Op Zoom (NL).

Om goed te starten met ons project organiseerde de heer M. Wijnants, onze promotor, een vergadering met Ief Leroy (SNC, Lavalin), oud-student KdG. Hij gaf ons een beter beeld over budgettering en tijdsplanning. De heer Leroy zal ons project ook verder opvolgen.

Een ideale gelegenheid om informatie te verzamelen over de nodige materialen alsook voor het vergaren van eventuele sponsoring zijn twee teamleden een kijkje gaan nemen op de beurs “Pumps and Valves” in Antwerp Expo.

De bouw brengt uiteraard heel wat kosten met zich mee, die het beperkte budget van de hogeschool en van de opleiding sterk overtreffen. Zonder sponsoring zou dit project dus onmogelijk zijn. De vaten waarin gebrouwen wordt, zijn al een grote kost op zich. In samenwerking met Staes (Olen) zijn onze ontwerpen tot stand gekomen en de volledig gesponsorde vaten zijn nu onder constructie. Hieronder ziet u enkele foto’s van de onafgewerkte vaten.

           maishtanks                         gistingstank                            filterketel

Ook Gillain & Co (Aartselaar) hielp ons aan leidingen, kleppen, warmtewisselaar,… Zo komen we nog een stap dichter bij ons doel.  De pomp, warmte-elementen, roerwerk,… hebben we gesponsord gekregen van andere bedrijven.

Voor meer informatie kan u terecht op onze website: http://www.kdgmicrobrouwerij.net/
Wenst u ons project te bezichtigen? Kom dan kijken op de Opencampusdag op 19 maart 2011 van 10-17u (KdG Campus Hoboken (IWT), Salesianenlaan 30, 2660 Hoboken).

Impossible to engineer? No way!!

door:
Nikolaas Van den Wyngaert, Laurens Roevens, Karen Theuns, Inne Helskens, Hanne Hulselmans













_______________________________________
26/10/2010

Weer enkele onderwijsinstellingen die zich steevast mee inzetten om op de dag van de ingenieur extra inspanningen te leveren om hun richting en vooral de veelzijdigheid ervan toe te lichten.








________________________________________________________________
18/10/2010

We kregen een eerste engagement van het departement VHTI van de hogeschool KATHO, die zich al jaren inzet voor de erkenning en opwaardering van de technische bachelors vermits deze studenten later wel degelijk met hun twee voeten in de engineeringwereld terecht komen.

Zij trachten hun studenten (elektronica, elektrotechniek, elektromechanica, mechanisch ontwerp en productietechnologie, toegepaste informatica, autotechnologie) extra te motiveren om de projecten uit hun 'projectperiode' op deze site te plaatsen. We zijn benieuwd naar de creativiteit van deze aanstormende generatie.